Drones: Gemeentelijk Manifest

‘Drones als vliegwiel voor een nieuw gemeentelijk domein’

Manifest ter bevordering van invulling rollen gemeenten

1. Waarom een manifest?

Context
De ontwikkeling van drones gaat snel en heeft grote impact op het gebruik van de openbare ruimte. Voor het eerst in de geschiedenis zal met de inzet van drones het lagere luchtruim worden gebruikt voor maatschappelijke doeleinden en ontstaat er in feite een 3D openbare ruimte. Deze transformatie kan een grote meerwaarde betekenen voor iedere gemeente, mits dit goed wordt geregeld en begeleid.

Denk aan de volgende kansen: Hoe kunnen we de inzet van drones voor medisch transport uitbreiden zoals beschreven in het krantenbericht over de inzet van medische drones in Groningen en Drenthe? Kunnen we onze inspecties en onderhoud zoveel mogelijk met drones doen om afsluitingen van wegen te voorkomen? Welke (toekomstige) mobiliteit is binnen gemeenten?

Maar er zijn ook bedreigingen: hoe zorg je ervoor dat er geen botsingen komen in de lucht zoals beschreven in het krantenbericht over de bijna-botsing in Enschede? Waar mogen drones wel en niet vliegen? Hoe gaan we om met onrechtmatig gebruik, met de privacy van inwoners, en het voorkomen van overlast?

Urgentie
Samen optrekken in deze transitie van de openbare ruimte is urgent. Als er geen actie plaatsvindt, dan word je er als gemeente mee geconfronteerd. Daarmee ontstaan risico’s op bijvoorbeeld botsingen in het lage luchtruim of onrechtmatig gebruik van drones, maar worden ook kansen gemist in het toepassen van drones. Op Europees niveau zijn er meerdere steden die elkaar hebben gevonden in een netwerk en zich hierover druk maken. Op nationaal niveau heeft een kopgroep van gemeenten het initiatief genomen om een netwerk te vormen en dit manifest op te stellen. En op regionaal niveau zijn er ook samenwerkingsverbanden tussen gemeenten, zoals binnen de veiligheidsregio Twente, en de Impact Coalitie Safety & Security.

Drie ontwikkelingen dragen bij aan een stevige positie van gemeenten in deze transitie:

  1. Op Europees niveau: De European Union Aviation Safety Agency (EASA) heeft in een uitvoeringsverordening aangegeven dat lidstaten verplicht zijn om met ‘andere autoriteiten en entiteiten’, ook op lokaal niveau, te overleggen over de bepaling van het luchtruim waar mag worden gevlogen met drones, wat wel/niet de beperkingen zijn en welke begeleiding er nodig is van de inzet van drones voor diensten (publiek en privaat);
  2. Op nationaal niveau: De komst van de Omgevingswet en daarbinnen de Omgevingsvisie biedt de mogelijkheid om afspraken te maken en vast te leggen over de bepaling en het gebruik van het lagere luchtruim.
  3. Op regionaal en lokaal niveau: In verschillende lokale en regionale samenwerkingsverbanden wordt er gewerkt aan maatschappelijk zinvolle en geaccepteerde inzet van drones. Bijvoorbeeld wanneer gemeenten, waterschappen en veiligheidsregio’s kennis, expertise en droneteams uitwisselen Deze aanpak kan door andere samenwerkingsverbanden overgenomen worden.

Brede maatschappelijke dialoog nodig
Voor het maken van afspraken over de bepaling en het gebruik van het lagere luchtruim, is een bredere maatschappelijke dialoog nodig met verschillende stakeholders. Gemeenten hebben hierin een belangrijke positie. Nu worden de antwoorden veelal door elke gemeente afzonderlijk gezocht en beperkt gedeeld. Ook raakt het onderwerp meerdere disciplines/afdelingen binnen de gemeenten: o.a. juridische zaken, mobiliteit, ruimte, data/ict/technologie.

Met dit manifest wil een kopgroep van gemeenten:

  • de handschoen oppakken om) gemeentelijke rollen en invulling daarvan te bepalen t.a.v. de inzet van drones binnen de openbare ruimte;
  • vanuit een gezamenlijk netwerk de samenwerking opzoeken met alle betrokken partijen (zoals wetgever en dronesector) om deze rollen zo goed mogelijk in te vullen;
  • de VNG oproepen om gemeenten actief te informeren over hun rollen en (het netwerk van) gemeenten te ondersteunen in het ontplooien van bijbehorende activiteiten;
  • oproepen voor gemeentelijke vertegenwoordiging in de Dutch Drone Council.

2. Welke rollen hebben gemeenten?
Een kopgroep van gemeenten heeft vier rollen geïdentificeerd van gemeenten t.a.v. de inzet van drones in het lagere luchtruim:

3. Wat is er nodig?
Er zijn meerdere urgente behoeftes vanuit de rollen van gemeenten die zijn geïdentificeerd:

  1. Bewustzijn vergroten: Een belangrijke eerste behoefte en quick win is het vergroten van het bewustzijn bij gemeenten over de rollen t.a.v. de inzet van drones in het lagere luchtruim (de 3D openbare ruimte). Dit manifest helpt hierbij, maar er zijn meerdere acties nodig. Bijvoorbeeld bijeenkomsten over de ontwikkeling van drones en de rollen van gemeenten hierin, zodat gemeenten op dezelfde ‘vlieghoogte’ komen.
  2. Netwerk uitbreiden: Er is een netwerk nodig van gemeenten waarin vragen en ervaringen worden gedeeld. De kopgroep van gemeenten en de Impact Coalitie Safety & Security zijn hiermee gestart, maar dit moet verder worden uitgebreid. Een quick win is het delen van ontwikkelingen en ‘good practices’ in het netwerk. Bijvoorbeeld over pilots die worden toegepast in de gemeente, implementatie van wet- en regelgeving en wat hier wel/niet bij helpt etcetera. Bij voorkeur wordt dit netwerk ondergebracht binnen de VNG en door de VNG ondersteund;
  3. Gezamenlijk onderzoeksprogramma opzetten en uitvoeren: Er is een onderzoeksprogramma nodig waarin de vragen die er zijn vanuit gemeenten (zowel t.a.v. de kansen als bedreigingen) vanuit de vier rollen gemeenschappelijk worden beantwoord en gemeenschappelijk toepassingen worden ontwikkeld. Het gaat hier om onderzoeksvragen die een langere doorlooptijd hebben. Bijvoorbeeld de vraag ‘wat is er nodig om drones in te kunnen zetten voor inspecties van de infrastructuur?’ Uiteindelijk kan dit leiden tot een gezamenlijk onderzoek met een of meerdere aanbieders van drones en (waar mogelijk) gezamenlijk inkopen of gezamenlijk gebruik;
  4. Aansluiten op gremia met stakeholders: Het netwerk moet goed aansluiten op andere gremia t.a.v. drones, zoals de Dutch Drone Council (i.o.) en de Dutch Drone Delta. Niet alles hoeft zelf te worden uitgezocht. Ook op andere plekken worden onderzoeken gedaan en wordt er getest met de toepassing van drones. Het is van belang dat er een goede vertegenwoordiging is van gemeenten in deze gremia vanuit het netwerk;
  5. Ondersteuning regelen voor het netwerk: Er is ondersteuning nodig voor het netwerk en de bijbehorende activiteiten. De deelnemers aan het netwerk zetten zich in naast hun reguliere werkzaamheden. Er is ondersteuning nodig voor het realiseren van de activiteiten, vastleggen van resultaten en structureren van de samenwerking.

4. Vervolgstappen
Het manifest wordt aangeboden aan de VNG tijdens de Amsterdam Drone Week in januari 2022. Tijdens de Amsterdam Drone Week wordt de achtergrond en de inhoud van het manifest toegelicht door de initiatiefnemers. Daarna zal het manifest als brochure met een bijbehorende brief worden verstuurd aan alle gemeenten. In de brief zit een uitnodiging voor een landelijke bijeenkomst van gemeenten waarin gezamenlijk onderzoeksvragen worden bepaald en de netwerkorganisatie wordt gelanceerd.

¹Documenten drones – Toekomst Luchtvaart (luchtvaartindetoekomst.nl)

Download het manifest

10 + 2 =